de laatste blog



Presentatrice worden is iets wat ik eigenlijk nooit geambieerd heb.
Zangeres, schrijfster, actrice... misschien droomde ik zelfs een blauwe maandag van een heuse danscarrière, maar presentatrice? Neen.
Toch word ik veelvuldig gevraagd in die hoedanigheid. En waar ik me er vroeger nog wel druk om kon maken, of geïmponeerd was door ministers, burgemeesters en grote regisseurs die ik in die hoedanigheid moest ondervragen, merk ik dat ik de laatste tijd steeds meer relaxed ben.
Zo ook vorige week, toen ik de Nacht van de Wijkaanpak mocht presenteren en Eberhard van der Laan opeens naast me op het podium stond.
Eberhard is mijn overbuurman.
Vanaf de plek waar ik nu zit te schrijven kan ik zijn raam zien.
De afstand tussen Eberhard en mij is groot. Niet onoverbrugbaar, want we hebben een verbindingsdam die mij, als ik dat zou willen, zo bij Eberhard brengt.
Eberhard woont ook hoger dan ik woon, maar dat is wel gepast vind ik, gezien zijn functie.
Hij is de burgemeester.
Ik niet.
Al zullen de meningen van sommige eilandbewoners hier daarover verschillen. Ik gedraag me namelijk soms wel als loco-burgemeester van mijn eiland, zeggen ze.
Maar ach, ze zeggen zoveel, de mensen.
Op het stadhuis schijnen ze Eberhard een bijnaam gegeven te hebben: Eber de Harde.
Ik vind Eberhard helemaal niet hard. Ik vind 'm heel aardig. En hij heeft een prachtig, diep mannelijk stemgeluid. En is daardoor ondanks dat hij niet knap is, toch aantrekkelijk.
Nou is dat misschien wel kort door de bocht om dat zomaar even te stellen na een korte, openbare ontmoeting. Maar toch is dat hoe ik hem ervaren heb.
En ik heb mensenkennis. Zeggen ze.

Ik vind het fijn dat Eberhard in onze buurt is blijven wonen in plaats van te verhuizen naar de ambtswoning op de gracht. Dat geeft toch een veilig gevoel vind ik, zo'n burgemeester in de wijk. Al was onze wijk al altijd zeer veilig hoor.
Dat heeft een reden werd me ooit door een anonieme bron verteld: in de 'kaasflat' boven Albert Heijn, wonen de Colombianen. En de Colombianen willen niet dat er enige shit in onze buurt gebeurt. Ze willen onze wijk absoluut vrijhouden van gedoe, zei die anonieme bron, zodat zij zelf rustig hun gang kunnen blijven gaan.
Nou wil het zo dat niemand in ons buurtcafé, iemand kent die in het kaasgebouw woont, en dat is hoogst verdacht. Dat is toch iets wat ons enige reden geeft om serieus te gaan geloven dat dat gebouw werkelijk bezet wordt door de Colombianen en hun laboratoria.
Soms staar ik naar de ramen, die nooit geopend zijn en waarachter ik nooit mensen zie, en dan slaat mijn fantasie op hol.
Soms kom ik een zwaarbesnorde Latino man tegen op het pleintje voor de Albert Heijn, en dan tril ik op mijn benen omdat het gerucht dan vleesgeworden lijkt.
Maar nu ik Eberhard ontmoet heb, maak ik me toch ernstige zorgen om zijn welzijn in dit door de Colombianen beheerste gebied.
Misschien moet ik hem waarschuwen.
Maar misschien ook beter van niet.
Want van sommige dingen - weet ik nu, uit ervaring - kan je beter niet op de hoogte zijn. Zeker niet als burgervader of -moeder.
Dag Eberhard. (ik zwaai vanaf een gepaste afstand). Da-ag! Tot in de Albert Heijn.

Geen opmerkingen: