VENTERS

Eens in de zoveel tijd gebeurt het me. Dan staan ze er.
Lang geleden in de metro, aan de overkant van het perron.
Ook een bovenaan de roltrap. De volgende was op straat. Nog een in het bos.
Soms houden ze hem gewoon vast, maar meestal herken je ze aan de snelle beweging.
Vannacht was het in een donkere straat en voor het eerst was ik bang.
Misschien omdat hij deed alsof hij nonchalant tegen de achterbak van zijn gezinsauto stond te bellen. Kinderzitje achterin. Een heel gewone man dus, blond, misschien een brilletje. Zo'n vent die stofzuigers verkoopt, of medische apparatuur.
Onopvallend. Aardig wellicht.
Met een geheime rare twist. Of is het nou een ziekte?
Mijn blik werd omlaag getrokken door de snelle beweging.
Ik schrok, fietste snel verder en riep na een meter of 10 uit: "Nou ja zeg." En toen heel hard: "Hij is lelijk. En klein!"
Ik trapte hard door. Overwoog nog om te keren om hem uit te lachen of in zijn kruis te schoppen. Maar was bang en - denk ik nu - verstandig.
Uit paniek heb ik alle vrienden van wie ik wist dat ze nog wakker waren gebeld. En gevraagd om aan de lijn te blijven tot ik veilig thuis was.

Wat beweegt zo iemand?
Waarom is het een mannending? Tenminste: ik heb nog nooit vrouwen op straathoeken de eigen onderdelen zien wrijven dan wel snelle bewegingen zien maken. Stel je voor...
Maar het vervelende is dat ik er toch een vies gevoel aan overhoud. Aangetast.
Alsof iemand een ongewenst potlood in mijn jaszak heeft gestopt, en het aan een klontje plakkerige tuttefrut is blijven plakken.

Geen opmerkingen: